Historie Kennemerstrand
Ontstaan
Het ontstaan van het Kennemerstrand heeft indirect te maken met de opbloei van de Amsterdamse haven in de Gouden Eeuw. Toen de haven steeds moeilijker bereikbaar werd als gevolg van verzanding van de Zuiderzee, werd in 1824 het 80-km lange Groot Noord-Hollandsch Kanaal richting Den Helder gegraven. Al snel werd duidelijk dat dit kanaal vanwege zijn grote lengte maar geringe breedte niet voldeed. Daarom werd besloten tot het graven van het Noordzeekanaal. Aan de monding ervan werd IJmuiden gesticht, compleet met haven, sluizen en pieren. In de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn de pieren verlengd tot bijna vier kilometer in zee.
Als gevolg van de verlenging van de pieren en de zeestroming ontstond ten zuiden van de zuidpier een enorme strandvlakte van een kilometer breed. Hierop waaiden jonge duintjes op die begroeid raakten met Biestarwegras en Zeewolfsmelk. Behalve de natuur kreeg ook de gemeente oog voor het gebied. Er werden allerlei plannen gemaakt om het strand te ‘ontwikkelen’. Begin jaren negentig van de vorige eeuw is samen met de aanleg van de jachthaven en boulevard van IJmuiden een recreatieplas, het Kennemermeer, gegraven. Met het zand werd aan de zeezijde, de west- en zuidzijde, een duinenrij aangelegd ter bescherming. Ten zuiden van het meer werd een gebied aangewezen voor natuurontwikkeling. In eerste instantie werden hier duintjes neergelegd en rijshout ingeplant, dit was na twee zware stormen verdwenen. Hierna werd dit gebied volledig aan de dynamiek overgelaten. Er zijn stuifduintjes ontstaan en er heeft zich een natuurlijk proces van duinvorming ontwikkeld. Aan de zuid- en oostzijde van het Kennemermeer is in de loop der tijd een zeer waardevolle vochtige duinvallei ontstaan.